Bij de geboorte van Louis Mettewie in 1855 was Sint-Jans-Molenbeek een belangrijke industriegemeente met tientallen fabrieken aan de oevers van het in 1832 geopende kanaal van Charleroi. De gemeente kreeg de bijnaam “het Manchester van België”.

In 1880 trouwde de 25-jarige Louis Mettewie met Célinie Ficher. Ze vormden meer dan vijftig jaar een hecht koppel. Het echtpaar hield er dezelfde ideeën op na op filosofisch, sociaal en politiek vlak.

Reeds als jongeman had Louis Mettewie aandacht voor sociale problemen en onrechtvaardigheid. Hij voerde campagne voor het Algemeen Enkelvoudig Stemrecht. In 1892 werd hij hierom ontslagen als ambtenaar bij het ministerie van Oorlog.

Louis Mettewie werd op 26-jarige leeftijd ingewijd in de loge 'Les Amis Philanthropes', één van de oudste van België (1798). Hun tempelcomplex bevindt zich in de Brusselse Peterseliestraat en is afgebeeld op deze voorpagina van 'Le Patriote Illustré Maçonnique' (1890).

Vanaf 1899 begon Louis Mettewie aan een politieke carrière. Hij was achtereenvolgens gemeenteraadslid, schepen en vanaf 1914 waarnemend burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek. Ten slotte was hij er burgemeester van 1919 tot 1938. Hier poseert hij samen met lokale marktkramers.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog verzette waarnemend burgemeester Mettewie zich op vreedzame wijze. Hij weigerde de lijsten van werklozen aan de Duitse bezetter te geven, om te voorkomen dat zij naar Duitsland moesten gaan werken. Deze foto toont de inhuldiging van het oorlogsmonument op de Bevrijderssquare (1925).

De broers Mettewie waren ondernemers en speelden een belangrijke rol in de ontwikkeling van de fietsindustrie in België. Zoals de affiche aangeeft, is hun Belgica-fiets uitgerust met Michelin-banden.

In 1897 paste Louis Mettewie een Franse vouwfiets aan om voor het Belgische leger een fietsbataljon uit te rusten. De getoonde tekening toont het patent van dit vouwfietssysteem.

Begin twintigste eeuw begon Louis Mettewie met de productie van automobielen. In de daaropvolgende jaren kende het automerk Belgica steeds meer succes op de nationale en internationale markt, met een compleet gamma voertuigen.

Louis Mettewie stond mee aan het roer van het eerste Autosalon van Brussel (1902). Tot 1934 vond het plaats in een hal van het Jubelpark. Daarna verhuisde het naar de Heizel waar het nog steeds georganiseerd wordt. Mettewie was tot 1905 voorzitter en tot aan zijn dood in 1942 erevoorzitter van het Salon.

Burgemeester Mettewie woonde tot aan zijn dood in een herenhuis in de Belgicalaan. Deze straatnaam verwijst misschien naar de Antarctica-expeditie van Adrien de Gerlache met zijn schip 'Belgica', maar misschien ook naar de fietsen en auto’s van Louis Mettewie.

Onder Louis Mettewie werd de verstedelijking van Sint-Jans-Molenbeek in sneltempo voortgezet. Er kwamen nieuwe straten en verkavelingen, krottenwijken werden gesloopt, en in 40 jaar kwamen er zo’n duizend nieuwe woningen bij. Deze foto toont het Sint-Lazarushof, een complex van 180 sociale woningen (1927).

Onder burgemeester Mettewie gebeurden er grootschalige infrastructuurwerken ten gunste van de economie van zijn gemeente. De foto toont de renovatiewerken aan het Kanaal van Charleroi zodat grotere binnenschepen Brussel konden in- en uitvaren.

De vrijzinnige Mettewie wist dat godsdienst voor veel kiezers belangrijk was. Hij investeerde in de bouw van de nieuwe Sint-Jan-de-Doperkerk. De toren moest een herkenningspunt voor alle inwoners worden, zoals de belforten vroeger. De foto toont duidelijk hoe het nieuwe gebouw het oude kerkje moest vervangen.

Op privé-initiatief, maar stevig aangemoedigd door burgemeester Mettewie, zagen in Molenbeek 3 sportaccommodaties het licht: de velodroom van het Karreveld, het Daring Solarium met openluchtzwembad, en het sportcomplex Daring. Dit laatste was de thuishaven van voetbalclub RWDM, en daarna van Brussels. Het complex bestaat nog steeds.

Louis Mettewie investeerde in de aanleg van groenterreinen die tot vandaag gelden als de “groene longen” van zijn gemeente. Zo werd onder meer het Karreveldkasteel met het bijhorende landgoed aangekocht, en omgevormd tot een publiek park.

Dit schilderij van een anonieme meester, vermoedelijk geschilderd rond 1924, toont Louis Mettewie in zijn ambtskostuum als burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek.

In 1927 verscheen deze karikatuur van Louis Mettewie op de cover van het Brusselse satirische magazine 'Pourquoi Pas?' De tekening is van de hand van Jacques Ochs.

Louis Mettewie overleed midden de Tweede Wereldoorlog, in 1942. Hij en zijn echtgenote kregen een burgerlijke begrafenis. Hun graf is te vinden op de begraafplaats van Sint-Jans-Molenbeek.

Vandaag is Sint-Jans-Molenbeek één van de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De sporen van het industriële verleden zijn er nog steeds te vinden. Het Kanaal van Charleroi blijft het uitzicht domineren. De Mettewielaan is de bekendste en drukste verkeersader.